Een stem zegt dat ik plaats mag nemen
Ik weet alleen niet goed waarin
Dus heb ik nog maar weinig zin
Voorzie in feite veel problemen
Ik ga die plaats beslist niet claimen
Een kaartje koop ik evenmin
Ik blijf het liefst bij mijn vriendin
En schrijf voor haar nog wat poëmen
Maar hoe moet ik die stem negeren
En leg ik hem het zwijgen op?
Ik wil hem liever niet bruuskeren
Want anders roept hij keihard: Stop!
En als hij zo gaat commanderen
Dan kost mij dat beslist de kop
Dit gedicht won de 9e prijs in de 21e Willem Wilmink Wedstrijd, waar de opdrachtregel luidde:'Een stem zegt dat ik plaats mag nemen.