Wat Lieve Joris ons heeft voorgelezen
Was zeker breliaans en sacrosanct
En vice versa gutturaal verklankt
Om toch linkmiegelig astrant te wezen
Welluidend om te horen, haar dictee
Maar aan het schrijfwerk doe ik niet meer mee
Ik schreef je onbeholpen liefdesbrieven
Waarin ik jou op handen droeg
Waarom moest jij me daarmee grieven
Toen jij ze luidkeels voorlas in de kroeg
Uit: Eeuwig rijzen, de Contrabas, maart 2011