Ik zie de wilde vogels huiswaarts keren,
verlangend naar het einde van hun vlucht.
Hun V trekt fier door frisse najaarslucht,
het zachte avondrood op witte veren.

De aardse strijd kan hen niet langer deren;
ze reizen, onverstoorbaar, onbeducht,
hoog boven ieder dorpje, elk gehucht,
om in hun verre haven aan te meren.

En onverwacht ben ik niet langer bang
want ik ontwaar een onmiskenbaar spoor;
het voert voorbij de dood en wenkt al lang.
Het fluistert, zachtjes troostend, in mijn oor:
“Wees niet verdrietig om de laatste gang,
de reis gaat immers na het heengaan door!”

(In september 2014 geschreven onder pseudoniem Hanneke van Almelo)

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Niet te geloven

bedje
Flickr.com
 
Niet te geloven,
alles kan ik verdragen,
het verdorren van bonen,
grootse dronkenschap,
stervende bloemen,
de zilverwitheid van een berkenstam,
daar ben ik werkelijk hard in.

Maar een derderangshotel in september,
waar alles zoop en naaide,
in vochtige bedjes, nee.
 
Met een knipoog naar ‘Niet te geloven’ van Remco Campert en uiteraard ‘Jonge sla’ van Rutger Kopland.