Het klopt! riep ‘t schaap Veronica. Het klopt wat ze beweren.
Als ik hier mij zo neder zet, voel ik de koude wind
vol rond mijn blote billen slaan en ik moet concluderen
dat ik een openbaar toilet beslist niet prettig vind.
De dominee stond in de buurt en overwon zijn gene:
Begrijp ik goed dat u graag hebt dat ik een kiekje maak?
Ik hoop dat u het niet bezuurt, zo’n curieuse scene.
Maar goed, mijn schroom is weggeebd, ik kwijt mij van mijn taak.
Ze riep hem toe: Let op, ik tel en daarna moet u klikken.
Daar gaat-ie: een, twee, drie en ja! Toen plaste zij haar plas.
De dominee, ondanks zichzelf, moest toch nog even slikken.
Ik heb gedrukt, Veronica. Hier is je warme jas.
Toen vroeg het schaap de dames Groen: Mag ik u nu verleiden
tot wat ik hier juist heb gedaan, daar in die krul-wc?
We gaan de grenzen van fatsoen beslist niet overschrijden.
Houdt u gewoon uw jurkjes aan, het gaat om het idee.
Het riekt hier zo naar mannenpies! Met neusjes toegeknepen
betraden zij het urinwaar. O jakkes, alles kleeft!
Dit is voor dames veel te vies, de lucht is te benepen.
De dominee zei toen: Al klaar! U hebt het overleefd.
Het was een ongewone eer met hoogst bizar bewijs.
Nu handen wassen. Ik trakteer op munt- en appelijs.