Wanneer mijn Kaatje mij bedriegt
Met een of ander grietje
Dan maak ik daar geen drama van,
En zoek ik mij een mietje.
En als die jongen ontucht pleegt
Met een of ander maatje,
Dan pleng ik daar geen tranen om,
En vrij ik weer met Kaatje.
Maar als dan Kaatje met een boy
Haar liefdesdorst gaat lessen,
Beleg ik een vergadering,
En vrijen wij gezessen.
Uit de nalatenschap van Herman J. Claeys: Sextet
- Gegevens
- Geschreven door Herman J. Claeys
Uit het archief
Een stichtelijk verhaal
De heer J. Hoven heeft een klein bedrijf in sokken
Beheerd door hem, zijn zoon en een adviesbureau
En als de verkoop van de sokken lijkt te stokken
Bedenken zij een effectief scenario
De jonge knaap zal ’t personeelsbestand versterken
De oudste knecht ziet dat met lede ogen aan
Maar als de jongeling zijn inbreng blijkt te werken
Kan niemand het belang ontkennen noch ontgaan
Het plan is om de markt voor sokken te vergroten
De oude voorman vindt die nieuwlichter maar niets
Hij tracht die goddeloze puber uit te stoten
En rijdt in ’t duister Hovens jongen van zijn fiets
De jonge garde treurt maar laat de plannen slagen
Ze werken dag en nacht en na verloop van tijd
Ontstaat een goddelijk gevoel van welbehagen
Daar men de sokken in de hele wereld slijt
Pro Deo wordt bij dezen de moraal verstrekt;
Verijdeling heeft soms een omgekeerd effect