Vrouwen vallen niet voor dichters
Want die zijn hen te verbaal
En die blijken vaak ontwrichters
Van de klare liefdestaal

Mannelijke dichters jokken
Met poëtisch gejongleer
Om de meiden te verlokken
Tot banaal geslachtsverkeer

Geef mij dan maar dichteressen
Want die zijn bijna sacraal
Zoals tempelpriesteressen
En misbruiken nooit de taal

Om hun driften te vermommen
Of hun geilheid kond te doen
Middels vals verheven trommen;
Neen, zij houden hun fatsoen

Zulke dichteressen min ik
Meer dan welke dichter ook –
Lezer,  stop nou dat gegrinnik,
Of ik raak nog van de kook! -

Jammer, maar met zulke liefde
Stond ik meermaals in de kou,
Wat mij uitermate griefde,
Maar ik ben dan ook een vrouw.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Maretak

maretak
Foto: Pixabay
 
Hij wordt als boom- of lijmkruid aangeduid
Als heksennest, hamspoen en - voor het rijm -
Ook holster, duivelsgras en vogellijm
Ja, zelfs als viscus, hulster, mattekruid
 
Voor slangentong en raamsch heb ik een zwak
En verder noem ik priemst en duivelsnest
Met mistel, kersterhout en voor de rest
Nog haamsjeut, mistletoe en maretak
 
U vraagt me, nu ik me heb uitgeput
Waarmee ik weer het snelst wordt opgepept
Omdat u wel compassie met me hebt
 
Uw dank is welkom, geeft me nieuwe fut
Toch is een gouden snoeimes meer van nut
Daarbij, het Gallisch toverdrankrecept