Prietpraaat
Pixabay
 
Bespeur ik dat het weer vandaag wel fraai is,
vind jij dat dat op zich ook wel weer meevalt.
Bespreek ik de maatschappelijke tweespalt,
zeg jij dat dit gesprekssubject wat taai is.
 
En stip jij dan iets aan omtrent de griepgolf,
ben ik van mening dat dat maar gezeur is.
Van klagers krijg ik enigszins de pleuris,
laat staan van controverses rond die [piep!]-wolf.
 
Het is niet dat wij twee elkaar niet mogen;
collega's zijn we al zo'n twintig jaar.
Als ambtgenoten zullen we elkaar
onwankelbaar door dik en dun gedogen.
 
Gesprekken gaan gesmeerd als uierzalfjes;
we houden beiden niet zo van gedoetjes.
Jij stelt je niet zo open voor mijn koetjes
en ik hou simpelweg niet zo van kalfjes.
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Lak aan alles

zandvoort
Wikimedia Commons
 
De huisjesmelker die frequent een pand scoort,
die tot de allerrijksten van het land hoort,
zich niet aan commentaren uit de krant stoort,
ver weg is als de ochtend op het strand gloort,
maakt van een vredig duingebied een schandoord,
met herrie die te horen is tot Santpoort.