Als schemerlicht het raam verduistert 
hef ik het glas en weet mij even 
door zoete eenzaamheid omgeven 
terwijl mijn stem je naam weer fluistert.
 
De maan werpt kilte door het glas;
Ik pook de haard op en de vonken
verstuiven tot zij, weer verzonken
versmelten in de rode as.

En al de jaren die vergleden,
de levens en de lijdensduur;
zij vallen samen in het vuur
als was het een moment geleden.

(Uit: De tijd vliegt, maar de dagen gaan te traag, )

 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Generatieconflict

generatieconflict
WikimediaCommons
 
Mijn jonge arrogantie was vrij groot:
Ik zou niet zoals hij met moeder trouwen
en elke dag met zware zakken sjouwen
maar later op hem neerzien als piloot
 
Alsof in hem een oermens was ontbloot
schonk hij me met zijn licht behaarde klauwen
een luchtreis die ik weken zou berouwen
waarna ik tot behoedzaamheid besloot
 
Dus liet ik me bescheiden imponeren
door buurman H want die was buschauffeur,
een soort piloot maar dan van lager sferen
 
Hij gaf mijn toekomstdromen weer wat kleur
en schonk me met zijn pet en zwarte kleren
tenminste de illusie van grandeur