de maan ontvangt haar licht van´t ijs terug
de einder lokt, ik schaats hem tegemoet
gedragen door de wind, zoals het moet
gedroomde vleugels heb ik op mijn rug

het licht van dorp en stad is ver van mij
meer levensteken is er niet dan dat
en nooit was ik in eenzaamheid zo blij
ik weet niet meer van 't peilloos diepe gat

dan schuiven wolken donker voor de maan
en slaan een wak, mijn euforie gaat uit
ik weet niet meer hoe verder nu te gaan

volstrekte wanhoop, vreugde zonder grief
onscheidbaar koppel, polen noord en zuid
ik ben nu eenmaal manisch-depressief
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Warmte



Met regelmaat heb ik een trieste dag
zo zwaar als lood en haast niet door te komen
gevuld met bitterzoete onderstromen
en zoute tranen, soms een wrange lach.

Zo’n dag waarvan ik enkel maar kan hopen
dat hij voorbijgaat zonder ongeluk
of ander soort ellende aan mijn juk;
hij kan niet vlug genoeg zijn afgelopen.

En ’s nachts in bed -getreiterd door fantomen-
waar ik nog steeds die zwarte spinsels vlecht
in plaats van kalm en rustig weg te dromen,

voel ik haar warmte naast me en ze zegt
heel zachtjes met haar lippen bij mijn oor
~Slaap lekker schat, het wordt wel beter hoor.~


(Schilderij Toulouse-Lautrec 'In bed'1893)