Het was een prachtige, zonnige, bijzondere en als altijd warmbadderige middag in het steeds fraaier wordende Almelo (ondertussen, een weetje, reeds opgevrolijkt met maar liefst vijftien muurgedichten). In het bijzijn van vele aanwezigen, de als altijd geweldige wedstrijdorganisatie, de juryleden, alsmede ook prominenten als Wobke Wilmink, Jean Pierre Rawie, Ivo de Wijs, Jan Boerstoel, Jan J. Pieterse, Peter Knipmeijer en Theo Danes als gastdichter van deze editie, werd de poëzie en het lichte vers beluisterd en bejubeld. Er werd veel gelachen, er was pianomuziek, er werd in mooie momenten ook stilgestaan bij het recente overlijden van Patty Scholten.
Het was een middag om niet snel te vergeten, zeker ook omdat onder de gelauwerden twee en een halve Vrije Versers aanwezig waren, waarbij Remko Koplamp het wel heel erg bont maakte in de stoet, want hij won. Hanneke van Almelo (alias Hendrikje de Koning) zong haar bijdrage bijzonder fraai in Bes majeur, ook in een andere toonsoort was het overigens ongetwijfeld fraai geweest. En de hierboven genoemde half slaat op de wederhelft van Remko, Anneke Haasnoot, zij werd zevende vlak achter Hendrikje. Of eigenlijk voor, in die zin dat de top tien met toenemende spanningsboog aan bod komt. Hulde, driewerf!
(Uw verslaggever was ook des avonds aanwezig bij de eveneens als altijd fantastisch verzorgde dis, en reed na warme gesprekken en vele anekdotes voldaan en met een overtollige hoeveelheid genutttigde wijn geheel onverantwoord huiswaarts en miste door geblokkeerde afslagen en een andere wedstrijd op de radio diverse routepunten. Maar dit terzijde.)
Bij Claudia
Ik wist niet wat me nog te wachten stond Toen ik na heel wat schroom en aarzeling Voor ’t eerst bij Claudia naar binnen ging Gelukkig bleek mijn bangheid ongegrond
ik gaf mij over aan haar vaardigheid Voelde haar vingers strijken langs mijn nek En door het laken heen haar warme plek Ik deed mijn ogen dicht, vergat de tijd
Totdat ik opschrok uit mijn dromerij Met rood gekleurde konen gaf ik traag Ietwat bedeesd nog, antwoord op haar vraag “Wat korter graag, de oren mogen vrij”
Remko Koplamp
Vroeg of laat
De eerste keer dat ik die warme lach van dichtbij in jouw ogen zag ging er een wereld open. Ik wist niet wat me nog te wachten stond en stond genageld aan de grond; ik kon alleen maar hopen.
De eerste zuigeling in ons gezin kwam goedgemutst de wereld in; zo ook haar beide zussen. We wisten niet wat ons te wachten stond; opeens liepen er tieners rond. Wat als ze wilden kussen?
Het eerste teken dat mijn lichaam gaf van eindbestemming kist en graf heeft reeds wat metgezellen. Ik weet niet wat me straks te wachten staat, maar merk het vast wel vroeg of laat. Dan zal ik even bellen.
Hanneke van Almelo
ZWAVELTUIN
Ik wist niet wat me nog te wachten stond Toen ik de moederschoot was uitgegleden Van vieze broek en borstrok naar het heden Van brabbeltaal en rijm naar grote mond Van kind naar man en naar een echtverbond Vol Calvinisme, kerkgang en gebeden Ik wist niet wat me nog te wachten stond Toen ik de moederschoot was uitgegleden Steeds vaker snoerde vrouwlief mij de mond Op zondag heb ik trouw het vlees gesneden Toch ging het mis in onze Hof van Eden Die bleek een tuin te zijn op zwavelgrond Ik wist niet wat me nog te wachten stond Toen ik de moederschoot was uitgegleden