Persoonlijk vind ik helden wat vermoeiend.
Een John die ook eens mort, of kreunt of zucht
Of GVD zijn hart eens lekker lucht:
Geen jongen van De Witt, maar wel zo boeiend.

Die heldenzangen worden snel wat loeiend.
Zo’n jongen toch uit zo’n klein Zeeuws gehucht.
Spartaanse opvoeding draagt rijke vrucht.
Welk rijmwoord nou weer, denk ik, het sonnet verfoeiend.

Kijk, die chauffeur, dat was vanzelf geen held.
Hoewel hij Johnny vakbekwaam lanceerde
Wordt zijn prestatie nauwelijks geteld.

Wellicht dat hij geen eerbetoon begeerde
En geenszins door ambitie werd gekweld:
Toch jammer dat geen krant hem hiervoor eerde.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Samenwerkgedicht XXXII

hands
Pexels
 
Het spijt me, veel te lang heb ik gezwegen
Ik stik haast in dit zelfvoldane land
Een rode loper lonkt, een gouden regen
De hemel strooit zijn sterren aan de kant
 
Ik ben de bom, dit jaar ga ik het maken
Met wat men noemt mijn weergaloos talent
Het blijkt dat ik eenieder weet te raken
Als zonlicht in het kille firmament
 
Maar hoor ik nu geklets over kapsones?
Ik bén een wereldmeester op de fluit
Speel virtuoos op allerlei trombones
Ik moet hier weg, ik hou het niet meer uit
 
Een uitbraak uit dit hokkie is een makkie
Ik ben dan ook geen Tokkie maar een Taghi
 
 
Samenwerksonnet: Bart Adjudant, Frits Criens, Ben Hoogland, Hendrikje de Koning, monnhauser, Frans Woortmeijer
Twee regels komen uit de sonnettenkrans "De hemel strooit zijn sterren aan de kant", een ode aan het Zeeuwse landschap, door Bas Jongenelen & Anne-Marie Maartens:
- De hemel strooit zijn sterren aan de kant: meestersonnet, regel 4
- Ik moet hier weg, ik hou het niet meer uit: sonnet 7, regel 12