Mijn moeder bracht me net een kopje thee
Ze had er een biskwietje bijgedaan
Ik was verrast
Op zondag in de chambre séparée
Jawel; maar waarom werd ik nu spontaan
Hierop vergast?
De orde van de dingen was verstoord
Dat maakte mijn op rust gestelde brein
Wat van de wijs
Maar mijn protest werd in de kiem gesmoord:
‘Het is een feestdag en tractaties zijn
Hierbij een eis’
‘Wat is er feestelijk aan deze dag?’
Vroeg ik na een langdurig diep gepeins
'O lieve moe?'
‘Hier is een hint’, zo riep ze met een lach
En kneep toen met een vreemde scheve grijns
Haar ogen toe
Met vlakke hand sloeg ik mij voor mijn kop
Want deze hint begreep ik zeer terstond
En zei: ‘Ach, ja’
Ik at dus mijn biskwie met graagte op
En sprak, al had ik wel een droge mond:
‘Hiep hiep hoera’