Ik houd van jou—'t is daarom dat ik zing
hoewel ik weet, bij min die vreugd verschaft:
liefde is als lotos, die de zwerveling
vergaat; weg spoelt de tijd hem, vlucht'ge haft.
Liefde is als lotos, die de zwerveling
verorbert, die met koorts en gekten straft
totdat niets rest dan de herinnering
van hoe je hem nadien hebt afgeblaft.
Totdat niets rest dan de herinnering
herleest men het verhaal van kaft tot kaft.
Liefde is als lotos, die de zwerveling
vergaat; weg spoelt de tijd hem, vlucht'ge haft
van wie ik houd. Ik houd van jou. Maar weet:
om half tien moet je weg—'k heb nog een date.
(r. 3 & 4 zijn regel 9 & 4 uit een sonnet van Dèr Mouw)