’t Is aangenaam en vredig in Den Haag
Geen onvertogen woord valt er te horen
Noch kamerleden die de rust verstoren
’t Bestuurlijk apparaat draait extra traag
Het Binnenhof oogt leeg en wat verloren
’t Is kabbelend en rustig in Den Haag
Met ieder op reces, van hoog tot laag
Heerst stilte in de overheidskantoren
Verstomd is al het politiek gezaag
Nu fractieleden thuis hun tijd baloren
’t Is zo opvallend minzaam in Den Haag
Geen kabinet om ‘t volk te ringeloren
Zodoende rijst de cruciale vraag
~Zou het wat zijn de Kamer aan te sporen
Om het reces een tijdje door te schoren?~
‘t Loopt prima zonder inbreng uit Den Haag
nu hij daar met dat smalle smoeltje ligt vergeet ik haast dat dom en wreed gezicht die handen ooit zo hard gebald tot vuisten zijn zonder kracht en week als babyknuisten
een leven vol van drank en veel tabak om moeder zwijg ik verder, vuile zak dat straft hem nu met ademnood en pijn gevoel van wraak zou daarom zinloos zijn
ook hij heeft recht op zorg, die geef ik hem zo kom ik elke dag en breng de krant ik neem vanuit mijn werk direct de tram
vandaag een extra gift, 't is hem gegund omdat hij zestig wordt, een peuk en drank hier, pa, weet dat je er in stikken kunt