Geen huivering voor blijken van ontroering
de witste kamer heeft niet veel te janken
om ogen wasgoed dat om zeep geholpen is
De laatste klinkers vallen kleine schilfers ijs
Er is nog iemand wil iets zeggen, weinig zintuig
heeft hier woorden voor, laat liggen, niet te rapen
stilte stuitert voor wie wachten, spat uiteen
in krachtig suizen, zachte tikken, zoemend sluiten,
langzaam knikken, even zien dat het niet klopt
In falend licht wordt vlees ontmand
blijft slechts de rest deels ongehoord
en wacht