ik kocht je steeds het allerbeste voer
al heb je dat bij leven nooit geweten
je schroomde niet om keutels op te eten
en peuzelde de kruimels van de vloer
ik kreeg je toen je één was van een boer
je had een keer naar kinderen gebeten
sindsdien lag je te kwijnen aan een keten
je dagen sleet je wakend op de cour
zo anders werd het toen ik jou in huis nam
ineens had ik gezelschap voor een praatje
je leerde mij de notie hondse trouw
je kwispelde zodra ik 's avonds thuiskwam
je was een lief en uitgelaten maatje
en blafte ook veel minder dan mijn vrouw