We zitten volop in verkiezingstijd;
men tracht de kiezers achter zich te scharen.
De speerpunt van het VVD-beleid,
gebracht door liberale steunpilaren
omzoomd door majorettes en fanfaren
geeft van een ongezonde zelfzucht blijk.
Paradepaardje van milieubarbaren:
met honderddertig op de afsluitdijk.

Wie zich erin verdiept heeft, weet geheid:
zo krijg je herrie en verkeersgevaren,
maar fijnstof , CO2 en roet ten spijt
verwerpt men keer op keer milieubezwaren.
Een Eerste-Kamermeerderheid vergaren,
daarvoor neemt het gezond verstand de wijk.
Ministers blijken strijdig als huzaren
voor honderddertig op de afsluitdijk.

Heel duidelijk blijkt in de stembusstrijd:
natuur is niet belangrijk om te sparen.
Het Oosterwold wil men nu heel gauw kwijt;
laat toch dat grote wild naar hekken staren!
Zo kun je twee gewenste doelen paren:
een keurig ingesloten dierenrijk
en rijkelijke steun van autotsaren
door honderddertig op de afsluitdijk.

O kroonprinses met ongekamde haren,
verras ons nou eens met een frisse kijk.
Bedenk iets mooiers in uw lat're jaren
dan honderddertig op de afsluitdijk.
 


Zaterdag 12 februari 2011: De VVD start de campagne voor de provinciale staten verkiezingen met de onthulling van een verkeersbord met als opschrift 130 door minister Melanie Schultz van Haegen zelf.
Dinsdag 1 maart 2011: 130 wordt de toegestane snelheid op de Afsluitdijk.
Woensdag 2 maart 2011: verkiezingen voor de provinciale staten
.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

28 juni 1914: De schlemiel, Nedeljko Cabrinovic



Het was gewoon een zootje teringlijders,
de moordbrigade van Franz Ferdinand,
al voelden zij zich Servische bevrijders.

Ze stonden bij de rijtoer langs de kant
bewapend met granaten en pistolen.
Die wapens kwamen van De Zwarte Hand.

Cabrinovic hield een granaat verscholen.
De schietkunst was aan hem niet zo besteed.
“Ga jij maar gooien”, zo was hem bevolen.

Ook dat was iets wat hij maar matig deed:
de juiste auto kon hij niet goed raken,
maar wel de auto die daar achter reed.

Hij deed een poging zich van kant te maken.
Zijn flesje cyaankali bleek te oud.
Hij ging niet dood, maar moest slechts hevig braken.

Toch liet hij zich niet pakken, voor geen goud!
Hij trachtte de verdrinkingsdood te sterven,
maar dat gaat bij extreme droogte fout.

Al wist hij niet de hoofdrol te verwerven,
een celstraf kreeg hij wel. Toch viel dat mee:
de doodstraf werd geëist bij and’re Serven.

Maar van zijn twintig jaar zat hij er twee;
je kon toen niet genezen van tb.