Joost kreeg een gloednieuw huis met mooie snufjes,
die hij aan heel zijn vriendenkring liet zien.
Er was een ruime bank met plaats voor tien.
De wijn was goed; men werd al gauw wat dufjes.
"Welaan," sprak Joost, "ik ga maar eens naar bed"
en toen heeft hij zijn vriendenkring geplet