Het is ook zo’n gedoe om elke morgen
uit bed te stappen met een blij gevoel.
De tegels en de dageraad doen koel
als jij het lome lichaam gaat verzorgen.

Dan het ontbijt en naar de werkplek toe.
De trein is vol; je moet een uur lang staan,
wat mede wordt veroorzaakt door vertraging.

Door die vertraging kom je later aan,
hetgeen je baas beschouwt als een misdraging.
Die pennenlikker maakt je levensmoe.

Je mag naar huis; ’t is tijd voor lijfsbehaging.
Voor de tv zeg je geen ba of boe.
Je slaapt al half, je moet naar bed toe gaan.

Naar bed toe gaan, het is ook zo’n gedoe.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Het mooie mokkel

balladewillemweesje

Haar knappe snoet, de tanden hagelwit.
Haar kersenrode lippen en haar haren.
Haar ogen waar ik in moet blijven staren.
En dan die borsten, ongekend van snit.
 
Haar gulle lach, haar sierlijke gebaren.
Hoe zij beweegt, wat zit zij vol met pit!
Wat nu? O lieve, goede God ik bid
dat U mij tot haar minnaar wilt verklaren.
 
Nu opent zij haar mond, ik hoor haar stem.
Is zij nou schor of zit een stemband klem?
Zij lijkt zo net een oude koffiemolen,
een knarsend wiel, een schuivend vrachtje kolen.
Die aanslag op mijn oren brengt verdriet.
Och Heer, verhoor mijn bede toch maar niet.
 
Uit: De ballade van WIllem Weesje