Kom iets bijzonders zien:
vaal gekleurd leemgebied
met een roofzuchtige fuut
in het meer.
Dankzij zijn krachtige
vaalleemmeerrooffuutteen
slaat hij zijn prooi
onverbiddelijk neer.
Met regelmaat heb ik een trieste dag
zo zwaar als lood en haast niet door te komen
gevuld met bitterzoete onderstromen
en zoute tranen, soms een wrange lach.
Zo’n dag waarvan ik enkel maar kan hopen
dat hij voorbijgaat zonder ongeluk
of ander soort ellende aan mijn juk;
hij kan niet vlug genoeg zijn afgelopen.
En ’s nachts in bed -getreiterd door fantomen-
waar ik nog steeds die zwarte spinsels vlecht
in plaats van kalm en rustig weg te dromen,
voel ik haar warmte naast me en ze zegt
heel zachtjes met haar lippen bij mijn oor
~Slaap lekker schat, het wordt wel beter hoor.~
(Schilderij Toulouse-Lautrec 'In bed'1893)