zwaluwen
 
Vanmiddag vindt in het A’damse Café Eijlders de presentatie plaats van ‘De zwaluwen zijn dit jaar niet gekomen’, een wonderschone bundel met 67 sonnetten van Robin Veen (Poëzieserie Open van Uitgeverij U2pi). 
 
Robin Veen (Den Haag, 1953) schreef in 2006 zijn eerste gedicht. Jarenlang bewoog hij zich in de wereld van de poetry slam en won hij daar regelmatig jury- en publieksprijzen. In 2015 sloot hij zijn periode van poëzie-op-het-podium af en richtte zich meer en meer op poëzie-op-papier. Als vakman met aandacht voor de muzikaliteit van taal heeft hij een voorliefde voor het vormvaste sonnet. Dat bleef niet onopgemerkt. Bij tal van dichtwedstrijden sleepte hij de ene nominatie na de andere prijs in de wacht. Maar schrijven lukt inmiddels niet meer. Twee herseninfarcten maakten een einde aan zijn dichterschap. Gelukkig zijn de sonnetten in deze bundel het bewijs dat zijn stem-op-papier leeft en blijft leven.
 
Een voorproefje uit de bundel:
 
Jij en ik
 
De stilte valt me zwaarder dan gewoon.
Dit huis krimpt met de dag. Ik luister naar
het hijgen van de tijd en ik ervaar
de dagen als een vast geroest patroon.
 
Mijn blik valt op de oude grammofoon.
De platenkast staat vol met repertoire
van toen. Ik start de platenwisselaar.
Een trompettist blaast op een zwoele toon
 
het stof van vele jaren door ons hoofd.
Er gloeit iets op dat al leek uitgedoofd.
Een drumstel tikt het ritme van verlangen
 
tot plotseling het singletje blijft hangen.
Ik kijk in jouw gegroefd gelaat en schrik.
Opnieuw vervallen jij en ik, jij en ik, jij en ik, jij en ik…
 
 
Robin Veen: 'De zwaluwen zijn dit jaar niet gekomen' (Poezieserie Open, U2pi)
ISBN 978 94 9336 461 5, 93 blz. 
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Grafsteen in O.

 

‘Voor immer blijft ge leven

in onze herinnering;

de geur is nagebleven

ook toen de bloem verging’-

 

Gestorven lelies rieken

maar onkruid dat vergaat

behoudt zijn balsemieke

parfum in blad of zaad

 

Wat was hij? Paars als longkruid,

bijvoorbeeld van de drank?

Welriekend kruid of onkruid?

Of stierf-ie lelieblank?

 

Zijn ziel kent rust noch vrede

sinds honderdvijftig jaar;

dat is al lang geleden –

het ruikt hier nergens naar.