De eerder aangekondigde Shakespeare-sonnetwedstrijd, georganiseerd door het Poëziecentrum in Gent, samen met de Universiteit van Gent, is een zegetocht voor Het vrije vers geworden.
Er waren twee categorieën, Nederlands en Engels en in beide twee eersteprijswinnaars, één al dan niet student, of verbonden aan de Universiteit van Gent en een vrije mededinger.
De eerste prijs in de categorie Engels ging naar Jaap van den Born en de eerste prijs Nederlands was voor Niels Blomberg.
Omdat het in België was, was de prijsuitreiking uiteraard sfeervol, wat blijkt uit dit citaat van Niels over zijn uitstapje vanuit het verre Almere: “Het was een genoeglijke middag en avond in Gent met Gentse Strop (bier), Gents stoofpotje en ten slotte Shakespeare onder de hanenbalken.
In België weten ze de poëzie nog te huisvesten, en wel aan een monumentaal plein met Jacob van Artevelde meer dan manshoog in het centrum.”
Voor meer bijzonderheden klik hier.
Hier de twee winnende sonnetten:
Jaap van den Born
Message by Ouija Board
Look in thy glass, and tell the face thou viewest:
‘Thy wit is quick and capable thy rhyme
But stop, before thee Shakespeares work renewest!’
Sir, I forbid thee this most heinous crime!
Conversant with my heart art thou and sly
Thou giveth words where I have never spoken
I swear against the truth so foul a lie
My pride and reputation hath thou token!
My pen, devoured by Time, hath long been broken
My beauty's pattern; idly sold to men?
My Spirit, qui'tly dreaming, now awoken
Cries: 'Draw no lines there with thy ‘antique’ pen
Though people see thee fair and thought thee bright
Thy art is black as hell, as dark as night!
William Shakespeare
Niels Blomberg:
Seizoenen
“Shall I compare thee to a summer's day?”
Zijn vraag klinkt haar belezen en belegen.
Ze zegt beleefd maar onomwonden: “Nee”,
want lome zomerdagen staan haar tegen.
Ze wil hem wekken als de lentezon,
hem overladen met haar lentebloesem,
hem sleuren uit zijn winterslaapcocon,
en liefderijk verwarmen aan haar boezem.
Ze wil beminnen als de najaarswind,
de dorre blad’ren in zijn hoofd verwaaien.
Ze wil zijn muze zijn, en zijn absint.
Ze wil de vonk zijn van zijn lichterlaaie.
Hij is verward, begrijpt niet wat ze wil.
Zijn hart wordt door haar antwoord winterkil.