gezienusomvlee

23 april 1948 - 02 november 2022

 
Deze week bereikte ons het droevige bericht dat dichter Gezienus Omvlee (Oranjedorp, 1948) op woensdag 2 november, enkele dagen na de lightversewedstrijd te Emmen, is overleden. Hij werd 74 jaar.
 
Al ruim een jaar was hij ziek. Hij was niet meer in staat het zesde Nederlands Kampioenschap Light Verse bij te wonen. 
Gezienus was de drijvende kracht achter het NK Light Verse Dichten. Zonder hem was STEM Lichtvoetig er nooit geweest. 
 
Onvermoeibaar waren zijn inspanningen en niet uitsluitend voor het jaarlijkse kampioenschap. Hij deed veel meer.  Hij was de eerste gemeentedichter van Emmen, won de Poëzieprijs van de provincie Drenthe en was een van de dichters van het Light Verse Collectief. Hij maakte ellenlange fietstochten door noordelijke en zuidelijke streken van Europa. 
 
Al in 2010 sloot hij zich aan bij Het vrije vers. Ondanks zijn ziekte verscheen nog geen jaar geleden zijn enthousiast ontvangen Licht over Nederland, een even fraaie als geestige bundel over de hoogtepunten uit de vaderlandse geschiedenis.
 
In het Dagblad van het Noorden werd hij eens betiteld als de man van strakke regels en vaste versvormen. Met Gezienus verliezen we een bevlogen dichter en geweldige ambassadeur voor light verse. Hij was een aimabel man die door velen gemist zal worden. 
Het vrije vers wenst zijn vrouw Erna en alle andere dierbaren de nodige sterkte toe. 
 
Op dinsdag 8 november vindt de uitvaart plaats in Odoorn.
 
Rust in vrede, opperbeste Gezienus. 
 
gezienussonnet2
 
 
Bovenstaand sonnet verscheen op 3 januari op de voorpagina van Het vrije vers.
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Gelukkig 2017



Niels Blomberg geniet van het vuurwerk in zijn achteruitkijkspiegel


Dactylus-priemgetal
tweeduizendzeventien,
dit wordt een jaar
dat mij nu al bekoort,

want voor het eerst sedert
negentiennegentig
is het een
ollekebollekewoord.

Twee jaartjes wachten nog:
tweeduizendnegentien,
weer zo’n olbol-woord;
dat laat me niet koud.

Dan wordt het wachten tot
tweeduizendzeventig.
Ik word dat jaar
honderdtwaalf jaren oud.

Zou dat nog haalbaar zijn,
tweeduzendtachentig?
Dat wordt toch werkelijk
lastig voor mij.

Zes eeuwen lang is na
tweeduzendnegentig
dubbel-dactylische
rijmpret voorbij.

Hoe is mogelijk!
Zes eeuwen wachten nog!
Ach ik begrijp uw
verbijsterde schreeuw.

Even geduld tot de
zevenentwintigste
en tot de
negenentwintigste eeuw.

Terug naar het heden nu.
Vorig en volgend jaar
hebben iets aardigs
in petto zowaar.

Wij leven thans na het
tweeduizendzestiende
en vóór het
tweeduizendachttiende jaar.