Pixabay
Heimwee
Toen Alfa voor het eerst zijn Bet ontmoette,
Heeft hij haar lang met kennersblik aanschouwd.
En nog dezelfde dag deed hij zijn aanzoek
En nog dezelfde maand zijn zij getrouwd.
En waren samen letterlijk gelukkig
En hadden lief in letterlijke zin.
En Bet schonk na verloop van negen maanden
Het leven aan een vierentwintigling.
Dat was de aanvang van de overwinning
Van dit geletterd, kinderrijk geslacht
Dat duizendtallen dromen heeft geschapen,
Maar honderdduizenden heeft omgebracht,
Dat menige bibliotheek heeft volgelogen,
Dat dagelijks smaad schrijft in het ochtendblad,
Dat laster pleegt in duizend conversaties,
Dat roddelt op het land en in de stad.
En was de dichter niet ter hulp gekomen,
en wisten wij na alle laster niet
Dat wat in proza enkel maar kan liegen
Tot waarheid wordt gelouterd in een lied,
Wie zou dan niet de tijd terug begeren,
Toen Alfa vrijgezel was en haast stom?
Wie zou niet liever vreedzaam vegeteren
In een sereen analfabetendom?
Ter nagedachtenis aan Daan Zonderland 15-08-1909 - 05-08-1977
Uit: Er zwom een garrnaal door het Kattegat - Uitg. Bert Bakker 2007