Ja, u mag lachen, hoor!
Ik ben de dodo, dus
Grappige naam, niet?
Maar droef was mijn lot
Zeelui ontdekten mijn
Hoofdschotelwaardigheid
Ach, en zo stierf ik dan
Uit in de pot
Ze treuren ook erg in het dierenrijk
Van slag zijn olifanten, octopussen
De kikkers zijn elkaar als troost aan ’t kussen
Een slang geeft slissend van zijn droefheid blijk
De Oppergrazer daagde, kwam je kapen
Nu mag je droomloos, zonder weerga slapen