Wat ben ik nat, ik weet wat komen gaat

Want ik heb vaker heet met jou gevrijd

Ik kreun wanneer je bij me binnen glijdt

Je bent mijn eigen vriend in het kwadraat

 

Ik hijg en sis terwijl ik wartaal praat

Bij jou word ik een geile jonge meid

Het lijkt of je mijn lijf in tweeën splijt

Er is geen man die mij zo zweten laat

 

Ik kronkel en ik sidder desperaat

Als ik voor jou mijn benen verder spreid

Dat ik zo klaar zal komen is een feit

Want ik bepaal het tempo en de maat

 

Dan roept mijn vriend, want die is tot mijn spijt

De batterijen van de zapper kwijt

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Kaapren varen: De derde kaper

Hij heette Tjores en hij had een baard,
hij was met zwaard en enterhaak bedreven.
Wie hem ontwaarde wendde vast de steven,
vaak tevergeefs, dan werd geen man gespaard.

Maar nooit heeft hij eenzelfde roem vergaard
als Jan, Piet en Corneel, dus ongeschreven
blijft heel de rest van Tjores’ ruige leven;
wie Tjores was bleef voor ons niet bewaard.

En waar hij dan ook rust, hij rust in vree.
Ze waren ferme jongens, stoere knapen
met een alom gerespecteerd beroep.

Dankzij hun spirit telden wij nog mee.
Thans heeft al wie een baard draagt en wil kapen
terstond het halve leger op z’n stoep.