Ach, wat een moppie hè
Klein en onschuldig nog
Houd wel dit schepseltje
Goed in het oog

Bij de armzaligste
Onwelgevalligheid
Steekt hij zijn middelste
Vingers omhoog

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Vroeger

DICHTER
 
De laan waarin we woonden
had geen eind en geen begin,
en alles wat bestond lag daar
voor altijd tussenin.
 
We kenden elke tegel, alle bomen,
begroeven schatten in de grond.
In eenendertig stappen bij elkaar,
ons zakmes sloot een bloedverbond.
 
Kunnen we nog eens teruggaan,
al is het voor één dag?
Buiten spelen, of met de racebaan,
dat groot zijn eventjes vergeten.
 
En dan blijven voor het eten,
als het van je moeder mag.