De wereld schijnt wat lichter van geluid
Een echo golft langs dikbesneeuwde bomen
Gelach, gegil, twee kinderen onderuit
De winter is dit jaar al vroeg gekomen
Breed glimlachend maak ik de beelden buit
En voel hoe snel mijn bloed begint te stromen
In plaats van hier te staan, achter de ruit
Had ik graag aan de sneeuwpret deelgenomen
Voor even weer het spelend kind van tien
Dat onvermoeibaar hapt naar witte vlokken
Ik weet dat dit niet kan en bovendien
Daar buiten is het koud en kil en guur
Ik accepteer het verder zonder mokken
En werp een laatste houtblok op het vuur