‘In Brabant is de laatste spreeuw gevlogen’
Zo sprak een buurvrouw in een jammerklacht
De winter klopt, en in haar monologen
Aanhoorde ik een zweem van mededogen
‘De laatste spreeuw. Hun trek is thans van kracht
Verdomd, ik zag ze met mijn eigen ogen
’t Is hard, soms denk je dat ze ons niet mogen
Gevlucht, als dieven in de najaarsnacht’
Het lieve mens dat mij dit ‘nieuwtje’ bracht
Had in de verste verte nooit verwacht
Dat haar geouwehoer weloverwogen
Door mij ooit in een versje werd herdacht
De laatste spreeuw kan zo op aanzien bogen
Maar wat te doen met buuf van nummer acht?
(Schaduwgedicht op 'In Lapland is de eerste sneeuw gevallen' van Drs. P)