Zijn geest bevindt zich steeds in een spagaat:
beleefd, begaan met al zijn medemensen,
maar voor zichzelf heeft hij totaal geen wensen,
dag in dag uit heeft hij het zwaar te kwaad.

Naar buiten vrolijk, binnen dor en droog,
altijd sociaal in weerwil van depressies
en einde-, waarde-, nutteloze sessies
bij ieder jaar een nieuwe psycholoog.

Maar dan neemt hij een weldoordacht besluit:
ik stop, heb maling aan de hele kluit
omdat het leven tóch niet iets voor mij is.

Het spoor. Het nodigende treingeluid,
hij nadert tot de rails…, stapt ferm vooruit…,
maar wacht wéér keurig tot de trein voorbij is.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

De zwerver

Die man op die bank in het park
Ik kan hem maar moeilijk vergeten
Ik noemde hem heimelijk ‘hark’
Zijn naam heb ik nimmer geweten

Die man in het park op die bank
Zijn kleren vervuild en versleten
Door pech en door zucht naar de drank
Daar heb ik het steeds aan geweten

Dat park en die bank en die man
Zijn lot heeft me lang nog gespeten
Ik gaf hem wat geld, nu en dan
En suste ‘goeddoend’ mijn geweten