Mijn dichtkunst zou meer waard wezen
Als vrouwen konden kaartlezen
Ik leg mijn vinger op zijn dik
Behaarde bovenlip en schrik
Hoezeer we lijken op elkaar
Alsof ik in een spiegel staar
Ik monster ogen, voorhoofd, haar
Vertrouwd en toch een beetje raar
Zijn in zichzelf gekeerde blik
Die man, mijn opa, dat ben ik