De schinkelwink zit triest in bad,
allenig, zonder eendjes.
Ze heeft geen protzels, moet op pad
op korte, kromme beentjes.

Ze heeft een protzelschinkeltuig
en schinkelt om den brode.
De weg is lang, het pad is ruig,
maar protzels zijn de mode.

Na lange tijd komt zij weer thuis,
een grote tas vol protzels,
haalt haar machientje uit de kluis
en slurpt een bord met schnotzels.

Daarna doet zij de streuvels dicht
en schinkelt in het donker
want dat is schinkelwinkse plicht,
zo staat het in de Glonker.

Nee, niemand weet hoe zij het doet.
Wil jij er ééntje kopen?
Dit is mijn raad, dus luister goed,
zet al je oren open:

de schinkelwink houdt niet van geld,
van bloemen, boterkoeken,
een bord vol schnotzels is wat telt...
dus veel succes bij 't zoeken!

De gezongen versie valt te beluisteren op http://veradebrauwer.nl

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Pepijn de Korte

714 – 768, Eerste koning der Franken, vader van Karel de Grote
 

Als koning was hij een markant figuur
Zijn moeder noemde hem haar ukkepukje
En was zijn heerschappij van lange duur
Het tegendeel was waar van zijn postuur

Dat leidde wel tot menig ongelukje
De beste man kon immers nergens bij
Dus lazerde geregeld van een krukje
En toen hij oud werd kromp hij zelfs een stukje

Gevoel voor humor had hij generlei
Dus moest je in zijn bijzijn ervoor waken
Dat je maar niets over zijn lengte zei

Vooral niets lolligs, want dan fronste hij
En antwoordde gevat op zulke zaken:
‘Ik laat u graag een kopje kleiner maken’