Te Weesp deed een fata morgana haast iedere ochtend een haan na. 'Men hoort geen lawaai', zegt het ding, 'als ik kraai, maar ik laat wel een prachtige waan na.'
Er is wat verwarring ontstaan over de zestienkleppengier. Het ontstaan van deze sympathieke aaseter werd in een gedicht onlangs abusievelijk toegeschreven aan Niels Blomberg, die zich haastte dit op het forum te ontkennen en de eer aan Peter Kniipmeijer gaf, die zich dit graag liet aanleunen. De waarheid is natuurlijk dat mijn verre voorvader Jacob Jacobszn van den Born dit dier al vermeldde in zijn in 1592 verschenen bundel met drankliederen Den suypenden Pluckvogel, zoals deze afbeelding bewijst.