‘Een bed?’ vroeg hun de herbergier,
‘Ik heb hier niets en niemendal
alleen een plekje in de stal.’
En weg was hij met bladen bier.
‘Ach, ’t is toch best gezellig hier,
wat maakt het uit’, sprak zij, ‘geen bal.’
‘Hou jij je mond dicht en beval!’
‘zei hij en plette boos een mier.
‘Hé, ezel’, sprak het grootste dier
met luide stem en veel plezier:
‘wat denk je dat het worden zal?’
De vrouw begon te persen: knal!
‘Een meisje!’ riep ze moe, maar fier.
‘Oh nee’, zei hij, ‘daar heb je ’t al!’