Een geluidsopname van de in 2010 overleden dichter Kees van den Heuvel, live bij De Plezierdichters. Wij publiceren elke week een nieuw geluidsfragment. Vandaag nummer 15.
Een geluidsopname van de in 2010 overleden dichter Kees van den Heuvel, live bij De Plezierdichters. Wij publiceren elke week een nieuw geluidsfragment. Vandaag nummer 14.
Een geluidsopname van de in 2010 overleden dichter Kees van den Heuvel, live bij De Plezierdichters. Wij publiceren elke week een nieuw geluidsfragment. Vandaag nummer 13.
Met de feestdagen achter de rug, het nieuwe jaar weer op gang en de goddank ingevallen dooi bejubeld, kunnen we weer aan de slag met een versvorm die wat meer voorstelt.
De virelai post-moderne is bedacht door Bob Newman en heeft als voornaamste eigenschap dat het rijm uit de pas loopt met het metrische patroon.
Een voorbeeld ter verduidelijking, want jullie stommelingen snappen natuurlijk weer niet wat ik bedoel (al moest ik zelf ook even nadenken):
Virelai post-moderne
Zeg, ken jij ook de mosselman
Die ons met mosselen verwent
Recht uit de zee?
Zo’n overheerlijk mosselmaal
Met prei en wortel in een pan?
Raffinement!
Nou, ken je die? Wat zeg je? Nee?
Jou onbekend als provinciaal?
Nou, jammer dan
Maar je kent wél de vissenvent?
Dan neem ik je toch daarheen mee?
En ik betaal
Het metrische patroon herhaalt zich hier na elke drie regels, terwijl het rijm om de vier regels herhaald wordt (abcd abcd abcd). Om goed uit te komen zijn hier dus 3 maal 4 (of 4 maal 3, als je uitgaat van het metrum) regels nodig. Duidelijk? Aan de slag!
Een geluidsopname van de in 2010 overleden dichter Kees van den Heuvel, live bij De Plezierdichters. Wij publiceren elke week een nieuw geluidsfragment. Vandaag nummer 12.
Ik ween om bloemen in de knop gebroken En voor de ochtend van haar bloei vergaan
Ik ween om bloedjes die op ongewroken En hulpeloze arme bloempjes staan
Men roept wel dat m’n in de knop gedoken Geknakte bloem, geen grond is voor een traan
En dat een nieuwe tijd is aangebroken Waarin men mietjes zoals mij zal slaan
De woede van het volk is snel ontstoken En voor de ochlocraat* breekt nu ruim baan
En net heeft onze Majesteit gesproken (En droomde zuchtend van háár bloeitijd, aan
De tijd van warmte in haar kille knoken) Ach, hoe dan ook zal het mij slecht vergaan
*volksmenner
Ik vang de laatste tijd onderdrukt gemopper op, dat die Angelsaksiche versvormen niets voorstellen en veel te weinig een beroep doen op het ongelooflijk diepe denkvermogen van de hoogbegaafde Nederlandse plezierdichters. Om maar te zwijgen van de plezierdichteressen. Hier dus maar een Britse breinbreker om de tanden op stuk te bijten; de pleiade. De pleiade is bedacht door de Britse schrijfster en dichteres Vera Rich. De vorm ontleent zijn naam aan het zevengesternte in het sterrenbeeld Stier en bevat zeven coupletten. De eerste twee regels worden in de volgende coupletten herhaald op de manier als in het voorbeeld, ze blijven dus op hun plaats. Elke regel is een jambische pentameter, dus de herhalingen hebben respectievelijk 4, 4, 2, 4, 4 en 2 lettergrepen. Dat is alles. Wie het zich minder moeilijk wil maken dan ik gedaan heb, zorgt ervoor dat de afbrekingen niet midden in een woord vallen, maar het leek me aardig, als extra handicap, uit te gaan van bekende dichtregels in het openingscouplet. Dat maakt deze vorm een stuk spannender. Het is dus geen voorschrift, maar de vorige vormen waren zo makkelijk dat ik een extra uitdaging wel wenselijk vond.
Willie wist maar een paar reacties los te maken en dat verbaasde me niet echt, al is het moeilijker een originele te maken dan de meeste mensen denken. (Ik ga er maar gewoon van uit dat ze dat denken). Dan maar verder met onze reis en nu iedereen een beetje is bijgekomen van het Stuk wordt het tijd iets aardigs te zeggen van de Angelsaksen, waar ik zo op gemopperd heb. Er worden door hen wel degelijk ook nieuwe versvormen ontwikkeld. En het Stuk was ook een mooie en voorzichtige inleiding in de Dorsimbra, omdat die een combinatie vormt van een ouderwetse, degelijke en beproefde vorm en modern vrij vers. Deze vorm is ontwikkeld door Frieda Dorris, Robert Simonton en Eve Braden (‘verklaar de naam Dorsimbra’) en bestaat uit drie coupletten van elk vier regels:
Couplet 1: vier regels als in een Shakespearesonnet (pentameter en rijmschema abab) Couplet 2: vier korte en pittige regels in vrij vers Couplet 3: vier regels in pentameter en blank vers; de slotregel is gelijk aan de beginregel.
Overlopen van de zinnen van het ene naar het andere couplet en binnenrijm (binnenhalfrijm) kunnen helpen de innerlijke samenhang te versterken. Een aardige vorm met mogelijkheden. Een voorbeeld:
De pandabeer maakt veel gevoelens los: Die zwarte vlekken in die witte kop Dat kleurt zo prachtig bij het bamboebos En dan dat neusje als van zoete drop!
En dat loopt de godganselijke dag Bamboevretend en Slingerschijtend Rond te sloffen!
Wat is dat nou voor specialisatie Alleen maar bamboe eten en niets meer? Zo vráág je om extinctie, stommeling! De pandabeer maakt veel gevoelens los
Een aardige vondst, niet moeilijk, maar met een heel eigen sfeer. Ik wacht handenwrijvend op de inzendingen.
Willie in a nice new sash, Fell in the fire and burned to ash. Now, although the room grows chilly, I haven't the heart to poke poor Billy.
De Little Willie is een in principe vierregelig versje met doorgaans rijmschema aabb, maar abab enzovoort worden ook aangetroffen. Het metrum is meestal een trochee (kort-lang) en wil nog wel eens rammelen. Kortom, typisch een versje dat in de volksmond ontstaat en de meeste zijn dan ook van anonieme schrijvers. Er wordt gewoonlijk een gruwelijke handeling in verricht door een gruwelijk kind, verteld op luchthartige toon, waar dan door omstanders laconiek of hooguit licht geïrriteerd op wordt gereageerd. Dit kind is meestal Little Willie geheten.Wanneer en waar het personage Little Willie is ontstaan is met raadselen omgeven.
De vroegste vermelding is in The Manzanar Free Press (een krant uitgegeven in een interneringskamp in de V.S. waar gedurende de tweede wereldoorlog Japanse Amerikanen waren opgesloten): ‘it was in the Nov. 14 (1942) Saturday issue of the Free Press when Little Willie was born. It was then that Little Willie shothis sister rat-tat-tat.”
Maar anderen spreken dit tegen en beweren dat hij al vroeger bestaan moet hebben. Duidelijk is wel dat de inspiratiebron ligt in het boekje Ruthless Rhymes for Heartless Homes van Harry Graham uit 1899, hoewel daar geen enkele Willie in voorkomt.Niet alleen bevatten de versjes hierin de sfeer en het model van de Little Willies, maar veel doen nog steeds de ronde met nu Willie in de plaats van de oorspronkelijke personages.
De beroemdste Little Willie is het openingsversje en die komt het dichtst in de buurt: die heet Billy in de bundel. De Ruthless Rhymes van Graham hebben velen geïnspireerd, ook onze John O’Mill wiens werk helemaal dezelfde sfeer ademt. Beroemd zijn zijn regels:
Het reusachtige continent Noord-Amerika heeft veel voortgebracht, maar weinig versvormen. Het higgledy-piggledy maakt natuurlijk wel veel goed, maar verder kunnen ze daar eigenlijk enkel pochen op William Cole (1919-2000), die een boekje uitbracht met tweeregelige versjes, Uncoupled couplets, waarin de eerste regel bestaat uit een bekende dichtregel, die in de tweede onderuit gehaald wordt. Het wordt daar als een innovatieve versvorm beschouwd, dus vooruit dan maar:
Robert Herrick Whenas in silks my Julia goes, The outline of her girdle shows.
Robert Herrick Gather ye rosebuds while you may But take your little pill each day.
Thomas Campion There is a garden in her face; Her dermatologist has the case.
Algernon Charles Swinburne
When the hounds of spring are on winter’s traces, The rich take off for warmer places
Niet echt opzienbarend, wel een aardig idee. Drs. P heeft het in het Nederlands ook volbracht in zijn boekje Antartica, onder de schuilnaam Coos Neetebeem en zich daarbij niets aangetrokken van de tweeregeligheid, wat zeker geen slecht idee was. Zijn Sikkels blinken/ Sikkels klinken/ Ruisend valt hetgraan/ Als je iemand weg ziet hinken/ Heeft hij ’t heeft fout gedaan is een klassieker geworden. Bezint eer je hieraan begint, want het duiveltje van de flauwiteit staat hier enthousiast bij te springen.
Versvormen, het onmisbare werk van Drs.P, bevat (zoals de titel al voortijdig verraadt) versvormen, maar compleet is het natuurlijk niet en daar streeft het ook niet naar, hoewel de belangrijkste erin staan. Maar in vele landen heersen barre winters waarin kleumende barden niets anders te doen hebben dan merkwaardige vormen bijeen te mompelen in de lange, donkere avonden terwijl andere beschavingen zo oud zijn dat alleen door de tijd al versstructuren voortgebracht zijn die zich gehandhaafd hebben door bruikbaarheid. Daar zit vast wel wat leuks bij voor ons, wat wel bleek door de Duitse week die we vorig jaar hielden.
Aangemoedigd door dat succes hebben we besloten om het groter aan te pakken: we gaan een reis rond de wereld maken in 80 versvormen. Eerst door Europa, waarbij we Afrika en passant meepakken en dan verder naar het geheimzinnige Oosten. Onze reis begint in Groot Brittannië, dan hebben we dat gehad en voor het gemak tellen we daar de U.S.of A. bij, dan hebben we de Angelsaksen en de Kelten achter de rug. Jawel, een reis rond de wereld zou daar dan moeten eindigen als we naar het Oosten reizen, net als Phileas Fogg, maar die verrekte Balthasar van Stavelnaere gooit op het forum het hele reisschema in de war met zijn dubbele amfibrachys, dus daar beginnen we dan maar mee.